‘De man die zijn volk leerde lezen’ : het moet de meest succesvolle catchphrase uit de Vlaamse literatuur zijn. Ze slaat natuurlijk op Hendrik Conscience, de schrijver van De leeuw van Vlaanderen. Maar op zijn werk lijkt een dikke stoflaag te liggen. Wie voelt zich nog geroepen om het eraf te blazen? Biograaf Johan Vanhecke is zo’n durver. Hij vertelt een levendig verhaal dat samenvalt met een boeiend stuk Belgische geschiedenis. Van de revolutie in 1830 tot de eerste worstelingen van de Vlaamse Beweging. Zonder de inspanningen van de ‘unionist’ Conscience had deze geschiedenis wellicht heel anders gelopen.
‘De man die zijn volk leerde lezen’ : het moet de meest succesvolle catchphrase uit de Vlaamse literatuur zijn. Ze slaat natuurlijk op Hendrik Conscience, de schrijver van De leeuw van Vlaanderen. Maar op zijn werk lijkt een dikke stoflaag te liggen. Wie voelt zich nog geroepen om het eraf te blazen? Biograaf Johan Vanhecke is zo’n durver. Hij vertelt een levendig verhaal dat samenvalt met een boeiend stuk Belgische geschiedenis. Van de revolutie in 1830 tot de eerste worstelingen van de Vlaamse Beweging. Zonder de inspanningen van de ‘unionist’ Conscience had deze geschiedenis wellicht heel anders gelopen.
Conscience wordt benoemd tot ‘Conservator van het Koninklijk Museum van Schilder- en Beeldhouwkunst van België’ en verhuist naar Brussel, naar de ambtswoning van het Wiertzmuseum te Elsene. Maar al meteen slaat het noodlot toe. Zijn twee zonen sterven aan ziekte. Conscience belandt in een diepe depressie. Zijn leed wordt verzacht door nieuwe jonge Brusselse vrienden. Op literair vlak gaat het ook weer vlotten, want wanneer hij op 10 september 1883 overlijdt in Elsene, is het hele land in rouw.